Dag 1
Een Corte trip
We vliegen op Ajaccio. Een drukke kuststad in het Zuiden van het eiland. Zeg maar dag aan de zee want daar kunnen we pas aan het einde van deze reis opnieuw onze tenen in doppen. Als het mooi weer is, gaan we hem wel af en toe eens zien. Een busje brengt ons meteen naar het binnenland. Terwijl het busje ons steeds dieper de bergen in rijdt, krijgen we al een voorproefje van wat komen zal. We sparen de kuiten vandaag en houden het op een wandeling door Corte, in het midden van het eiland en gekend om zijn 15de eeuwse citadel die vanop een hoge rots uitkijkt op de stad.. Meteen ook onze eerste overnachtingsplaats.
Overnachting in Corte.
Dag 2
Have you ever seen Melo
Corte ligt waar de rivieren de Tavignano en de Restonica in elkaar vloeien. We rijden zo'n 15 km de mooie Restonica-vallei in, om vandaar te voet verder te gaan. De viewpoints van deze wandeling zijn de ingesloten meren met als eerste: Melo. Maar voordat we daar geraken, moeten we ons een weg banen op/onder/tussen/over grote granieten blokken. Het lijkt het begin van een goedbedoelde trap naar boven, maar het geld was op na de levering van de treden én er stond een nulletje teveel in de afmetingen. De winnaar van het bergklassement komt als eerste aan het Capitello meer. Alsof onze knieën nog niet genoeg hebben afgezien moeten we ook opnieuw afdalen naar Corte.
9 km - 595 m stijgen en 595 m dalen
Tweede overnachting in Corte.
Dag 3
Geniet van graniet
Je zou denken dat het hoogtepunt van de dag al voorbij is wanneer we met het busje toekomen in het boswachterhuis van Popaghja. De rit gaat door de indrukwekkende Scala Santa Régina, langs steile granietkliffen en woeste beekjes over een relatief smal bergwegje.
Maar de wandeling moet nog beginnen! Wanneer we door het decor van granietkliffen stappen, lijken ze nog imposanter dan vanuit de auto. Bekomen van dat groots doen we af en toe aan één van de vele bergeries. Verlaten herdershutten die hun beste tijd gehad hebben. De bergen hebben hier mooie namen zoals Rotondo en Cintu en laten zeker een indruk na op ons, kleine Bootzies. Wanneer we eindelijk aan het Nino meer komen overvalt ons een gevoel van intense rust. Tot die ene Bootzer zichzelf absoluut wil bewijzen en luidkeels het meer in loopt natuurlijk. We zijn nu vlakbij de GR20, de legendarische route die over heel het eiland loopt. Niet zonder gevaar en zeker niet zonder voorbereiding! Maar wij stappen maar een stukje tot het eindpunt van de dag. De Col de Vergio. Het is begrijpelijk dat ze deze plaats uit kozen om een jezuske neer te zetten. Wat zeg ik? Een kolossaal standbeeld van 9 meter! Wel zonde dat ze zijn ogen vergaten uit te houwen want het zicht is hier spectaculair.
16,2 km - 1000 m stijgen en 700 m dalen
Overnachting in Col de Vergio.
Dag 4
Watervalvolgen
Vanaf vandaag gaat het enkel bergaf. Dat is natuurlijk gelogen, we gaan ook stevig klimmen, maar ons doel blijft de Corsicaanse stranden en dat betekent dat we deze nacht wat lager overnachten.
Om ons wat extra power te geven, kunnen we een stukje lokale kaas kopen in de ‘bergerie’ van Radule. Een niet zo vervallen ‘herdershutje’. We volgen de vele watervalletjes naar beneden, door het bos van Aïtone. Wie zijn aardrijkskunde kent, weet dat we dus terug onder de boomgrens zitten maar nog steeds boven de mediterrane golf van Porto. Een meevaller van al die watervallen zijn de vele natuurlijke, onverwarmde, jacuzzi’s tussen de enorme rotsblokken in de rivier. Ideaal om de geur van zweet en de kaas van deze ochtend af te spoelen.
18,6 km - 500 m stijgen en 985 m dalen
Overnachting in Evisa.
Dag 5
Nog efkes blijven, ‘t is hier zo mooi
Omdat het hier zo mooi is, slapen we deze nacht opnieuw in Evisa. We nemen vandaag de tijd om de top van de Melu te beklimmen op zo’n 1562m hoog. Met dit doel, weerstaan we moeiteloos de verleidingen van het vakantiedorpje Aïtone waar we vertrekken. Al kan een kreemglaske er wel nog af als 2de ontbijt. Door het bos wandelen we tot op het plateau van Albia. En eenmaal helemaal doorgestapt naar de top van de Melu, hebben we een zicht op de bergen in het noorden, Monte Cinto en Paglia Orba. Ook het wilde westen van het eiland is inbegrepen in de vue panoramique.
21,5 km - 640 m stijgen en 910 m dalen
Dag 6
The pink path
De Gorges de Spelunca is één van de mooiste wandeletappes in Corsica. We volgen een kolkende rivier door een kloof van roze graniet. Het gaat hier echt stevig naar beneden en hoe dichter bij de kust, hoe meer we tussen de vijgenbomen, agaven en eucalyptus lopen. Pluk wat geurtjes uit de lucht en stop ze in een potje voor later. De zilte zeegeur wordt steeds sterker als we over de eeuwenoude brug het dorpje Ota binnenwandelen. Nu zijn we niet ver meer van onze beloning. Het sfeervol havenstadje Porto met terrasjes, ijsjes én een strandje. “Après l'effort, le réconfort!”
17,1 km - 425 m stijgen en 1320 m dalen
Dag 7
Werelderfgoed? werelderfbest!
Hopelijk ben je goed uitgerust, want we geven er op deze laatste dag een fameuze lap op! We stappen naar de Calanche de Piana, een rotsachtige gebied dat terecht prijkt op de werelderfgoedlijst. De uitgesleten rotsformatie langs de kustlijn is een zeer waardige afsluiter van onze tocht van de bergen naar de zee.
16,9 km - 1060 m stijgen en 1060 m dalen
Transfer naar Ajaccio voor de laatste overnachting.
Dag 8
Ajacciorevoir!
Transfer naar de luchthaven van Ajaccio en vlucht naar Brussel. Vergeet niet het potje met Corsicaanse lucht in de ruimbagage te steken. Het veiligheidspersoneel op de luchthaven steekt hun neus maar al te graag in mix van berglucht, vijgen en eucalyptus.